top of page

Invloed van Adolph Monticelli op Vincent van Gogh

Vincent van Gogh (1853 – 1890) was een erudiete, belezen en intelligente man. Hij gebruikte in zijn kunst moderne voor die tijd schildertechnieken, zoals pointillisme en impasto. Hierbij mijn artikel over Vincent van Gogh, waarin ik invloed van Monticelli (1824-1886) op Vincent van Gogh beschrijf. Het systeem van pointillisme werd oorspronkelijk uitgewerkt door George Seurat (1859 – 1891). Hij noemde dit systeem Divisionisme, echter beter bekend als Pointillisme. Vincent van Gogh vond de expressieve kracht van de kleuren belangrijk en verhief deze zelfs boven de vorm (wat in die tijd een moderne denkwijze was) en hij werd ook beïnvloed door Japanisme.


Vincent van Gogh en Adolph Monticelli

Monticelli (1824-1886) was een kunstenaar uit Marseille met een krachtige schildertechniek met dikke impasto in veel kleur.[1] Hij was een leerling van de “Provence school”.[2] Later werd zijn schilderstijl beïnvloed door Delaroche, Narcisse Diaz, Delacroix en door de impressionisten. Toen Vincent van Gogh in 1886 het werk van Monticelli zag, raakte hij geïnspireerd door zijn schilders- en levensstijl, maar ook door zijn mentale staat. Dit speelde een sleutelrol in de beslissing van Van Gogh om naar de Provence te vertrekken om daar te schilderen. In 1888 maakten de gebroeders Van Gogh een boek over Monticelli’s werk. [3] Vincent van Gogh schreef : “…I’m forced to lay the paint on thickly, à la Monticelli. Sometimes I really believe I’m continuing that man’s work...”[4]. De volgende gedachtengang uit één van Van Gogh’s brieven laat zien dat hij zichzelf volledig met Monticelli identificeerde: “…Taking up the same cause, carrying on the same work, living the same life, dying the same death.”[5]



Op aanraden van de Schotse kunsthandelaar Alexander Reid begon Theo van Gogh in 1886 werken van Monticelli in te kopen[6]. In zijn brief aan Theo schrijft Vincent dat hij nu ook dikke lagen impasto in zijn techniek gebruikt, net als Monticelli en dat hij soms zelfs denkt dat hij het werk van Monticelli aan het voortzetten is. [7] In een andere brief aan Theo schrijft hij dat hij de kleuren van Monticelli en Delacroix als nooit van tevoren aanvoelt sinds hij in Arles schildert. Verder schrijft hij dat ze meer kunst van Monticelli moeten inkopen omdat op een dag dat veel waard zal zijn. Hij merkt op dat schilderijen van Monticelli nog nooit werden geëtst of weergegeven in litho’s.[8] Theo van Gogh pakt deze gedachte op en in 1889 gaan ze samen met de lithograaf Lauzet werken aan een boek over Monticeli’s werk.[9] Vincent van Gogh vergelijkt zichzelf vaak met Monticelli, noemt hem een talentvolle colorist. Hij vindt dat een man die heel hard moet nadenken over de balans van een gamma aan kleuren terwijl hij in hoog tempo een schilderij maakt, in feite zijn brein overbelast en behoefte heeft om zich door drank en roken te verdoven zoals dat Monticelli deed, maar hij noemt hem geen dronkaard. [10] Vincent van Gogh schrijft zijn zus Willemien: “Ah well, I myself am sure that I’ll carry him on here as if I were his son or his brother.”[11] Hij schrijft verder dat hij werkt aan een schilderij in geel, dat zijn 14 zonnebloemen, hij wil het laten exposeren in Marseille en er zullen zeker mensen zijn die de stijl en spirit van Monticelli erin zullen herkennen.[12]


In zijn brief aan Theo legt Vincent de theorie uit van de complementaire kleuren van Charles Blanc waar Delacroix heilig in geloofde. Hij schrijft dat als men twee primaire kleuren combineert zoals rood en blauw en de binaire kleur violet - welke uit deze mix ontstaat- heel dicht bij de derde primaire kleur plaatst die in de mix niet voorkomt, geel in dit geval, dan wordt de kleur violet hierdoor intens versterkt.[13] De primaire en complementaire kleuren zijn vastgelegd in het kleurenwiel van Charles Blanc. Bij het naast elkaar zetten van stipjes van de complementaire kleuren in plaats van deze op een palet te mengen, wordt elke complementaire kleur optisch versterkt. Vincent van Gogh beschouwde de theorie van Charles Blanc als het evangelie en herhaalde dat het er niet om ging wat kleuren en tonen op zichzelf waren maar om wat ze doen op het doek.[14] Hij had van Blanc geleerd dat de schilders niet van lokale kleuren moeten uitgaan maar van de kleuren op hun pallet”.[15] Vincent schrijft in een van zijn brieven aan Theo: “Now it’s true, I see in Impressionism the resurrection of Eugéne Delacroix.[16] In een andere brief aan H.M. Lievens schrijft hij: “So as we said at the time in colour seeking life, the true drawing is modelling with colour.”[17] Vincent van Gogh experimenteert vaak zelf met bolletjes wol om de kleurencombinaties te testen.[18]



Het sterke olie impasto- en kleurengamma dat we in het schilderij Vase with Flowers van Monticelli (afb.1) aantreffen is ook terug te zien in het schilderij Vase with Chinese Asters and Gladioli van Vincent van Gogh (afb.2). Dit schilderij van Monticelli bevond zich in de collectie van de broers. In 1886 begon Vincent van Gogh de bloemstillevens van Monticelli na te maken.[19] In één van zijn brieven aan Theo schreef hij: “That Monticelli would sometimes take a bouquet of flowers in order to put on a single panel the whole range of his richest and most perfectly balanced tones. And that you have to go straight to Delacroix to find such an orchestration of colours.”[20] Van Gogh herkent in Monticelli’s bloemstillevens de kleurentechniek van Delacroix.





















Adolphe Monticelli, Vase with Flowers, c. 1875, oil on panel, 51 cm x 39 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam (afb.1).